Spelpsychotherapie

Een heftige gebeurtenis kan zorgen voor problemen bij je (kind). Kinderen praten hier vaak niet over omdat ze de taal nog aan het leren zijn. Of omdat ze het spannend vinden. Vaak laten kinderen op een andere manier merken dat het niet goed met ze gaat. Je (kind) wordt bijvoorbeeld snel boos, trekt zich terug of huilt veel. Of je (kind) krijgt opeens lichamelijke klachten. Denk aan buikpijn, bedplassen of slecht slapen. Spelpsychotherapie is er voor kinderen vanaf 4 jaar tot ongeveer 12 jaar. Door spelpsychotherapie leer(t) je (kind) over gevoelens, angsten en zorgen te praten. Je (kind) wordt behandeld door te spelen. Het helpt de ontwikkeling weer op gang te brengen. Zo wordt je (kind) mentaal sterker. De therapie is elke week in de spelkamer in de praktijk. Dat is een kamer met allerlei speelgoed en spullen om te knutselen, te bouwen en te verkleden. De behandelaar gaat met je (kind) spelen. Eerst om het vertrouwen van je kind te krijgen, en te wennen aan elkaar en de ruimte. Soms duurt dat een paar weken. Tijdens de behandeling hoef(t) je (kind) niet te praten. Door te spelen met de behandelaar maakt je kind contact. Zo kan een kind toch aangeven wat hij of zij voelt. De behandelaar kijkt hoe een kind speelt, vertelt wat er gebeurt en speelt mee. Zo krijgt je (kind) woorden voor zijn of haar gevoelens.